Vandaag is er vanuit het UWV bekend gemaakt dat de maatschappelijke gevolgen van de maatregelen in het kader van COVID-19 maken dat dit ook van invloed is op de wijze van beoordelen van de re-integratie inspanningen van de werkgevers in het kader van de Wet verbetering poortwachter (WVP).
Hoe dit precies zit, dat legt het UWV uit in het onderstaande bericht:
Indien zonder deugdelijke grond de werkgever zijn poortwachterverplichtingen niet is nagekomen, legt UWV een loondoorbetalingsverplichting van maximaal 52 weken op (art 25 lid 9 WIA). Uitgangspunt is dat de beoordeling van het re-integratieverslag (RIV) binnen de grenzen van de redelijkheid plaatsvindt. Door de Covid-19-crisis kunnen er situaties zijn dat de verplichtingen rond het RIV (art 25 WIA, Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar, Beleidsregels beoordelingskader poortwachter) over die grens dreigen te gaan. Vastgesteld moet worden of er gezien de bijzondere omstandigheden in alle redelijkheid voldoende aan re-integratie is gedaan en/of de verwachte procesgang wel/niet gevolgd kon worden. Hetzelfde geldt ook voor het RIV-EDV en het RIV ERD-ZW.
Het zal niet zo zijn dat deze notitie op alle situaties, waar de uitvoering mee geconfronteerd gaat worden, een antwoord zal geven. Veelal zal van de arbeidsdeskundigen, verzekeringsartsen en ondersteunende disciplines gevraagd worden om in deze situaties maatwerk te leveren.