Dat een werknemer die lang ziek is naar de bedrijfsarts gaat, zal je ongetwijfeld niet vreemd in de oren klinken. Hij helpt werkgever en werknemer bij het opstellen van een re-integratieplan, zodat een zieke werknemer op een verantwoorde manier weer aan de slag kan. Maar wist je dat een bedrijfsarts veel meer doet dan dat?
Maandenlang thuiszitten voorkomen
Dat zieke werknemers zo snel mogelijk weer aan het werk kunnen, is van groot belang voor de werkgever. Die moet namelijk de eerste twee jaar loon doorbetalen bij ziekte. Maar ook voor werknemers is het belangrijk om zo snel mogelijk weer aan het werk te gaan. Niemand vindt het tenslotte leuk om maandenlang ziek thuis te zitten. De bedrijfsarts helpt hierbij door een re-integratieplan op te stellen. Hij adviseert werkgever én werknemer daarbij. Als dat nodig is, kan de bedrijfsarts de werkvloer bezoeken om een beter beeld te krijgen van de situatie.
Plan van aanpak basis voor re-integratie
In principe komt de bedrijfsarts in beeld in de zesde week van ziekte. Hij richt zich dan op alle zaken die het verzuim beïnvloeden, van arbeidsomstandigheden tot arbeidsvoorwaarden, van arbeidsverhoudingen tot sociale en medische factoren. Op basis van de probleemanalyse van de bedrijfsarts stellen werkgever en werknemer een plan van aanpak op. Mogelijke maatregelen kunnen een aanpassing van de werktijd zijn of het volgen van een cursus. Werkgever en werknemer evalueren het plan regelmatig en passen het aan bij veranderingen.
Na een jaar volgt een kritische evaluatie op basis van de informatie die de bedrijfsarts aanlevert. Blijkt dat de werknemer niet meer aan de slag kan bij zijn eigen organisatie? Dan adviseert de bedrijfsarts om het traject tweede spoor op te starten en moeten de werkgever en de werknemer op zoek naar passend werk bij een andere werkgever.
Bedrijfsarts kan ernaast zitten
Het kan natuurlijk gebeuren dat de werknemer vindt dat de bedrijfsarts de plank misslaat. Hij mag dan vragen om een second opinion. De werkgever heeft in het basiscontract een bepaling afgesloten waarin staat hoe dit is geregeld. De werknemer bespreekt zijn twijfels met de bedrijfsarts en de bedrijfsarts geeft een doorverwijzing naar een collega. Dat doet hij alleen als daar een goede reden voor is en dus niet als de werknemer bijvoorbeeld onterecht zijn zin probeert te krijgen. De tweede bedrijfsarts geeft advies en ongeacht dat advies neemt de eerste bedrijfsarts het weer over.
Periodiek laten doorlichten
Elke baan brengt risico’s met zich mee, of je nu banketbakker of bankdirecteur bent. Een werkgever moet werknemers de kans geven om die risico’s tegen te gaan. Een werknemer moet dan ook een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) kunnen ondergaan om risico’s te voorkomen of te verkleinen. Dat recht is vastgelegd in artikel 18 van de Arbowet. Sterker nog: sommige werknemers moeten verplicht een PAGO ondergaan, zoals beroepschauffeurs die regelmatig hun ogen moeten laten testen. De bedrijfsarts voert dit onderzoek uit.
Daarnaast doet hij ook preventief medisch onderzoek (PMO). Het PAGO is alleen gericht op risico’s die het werk met zich meebrengt. Het PMO is breder en richt zich ook op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van een werknemer. Daarnaast kijkt een bedrijfsarts tijdens het uitvoeren van en PMO ook naar hoe gezond de werknemer leeft en of hij bijvoorbeeld rookt, genoeg beweegt en of hij alcohol drinkt. Wil je meer weten wat de verschillen zijn tussen een PAGO en een PMO? Download hierWhitepaper ‘Verschil tussen PAGO en PMO’ ons Whitepaper over dit onderwerp.
Voorkomen beter dan genezen
Beter is het natuurlijk nog als de werknemer helemaal nooit bij de bedrijfsarts terecht komt om re-integratie te bespreken. Heeft hij het idee dat het niet goed met hem gaat, dan kan hij een bezoekje brengen aan de bedrijfsarts voor advies. Dat kan voor allerlei zaken: van een zere rug door een mogelijk verkeerde tilhouding tot regelmatige duizelingen bij het werken op een laptop tot moeite om de mantelzorg voor een zieke moeder te combineren met de kinderen en het werk. Een werkgever moet werknemers de kans geven om een gesprek aan te vragen met de bedrijfsarts. Hierdoor kan de werknemer zijn werk misschien zo inrichten dat hij niet ziek wordt. De bedrijfsarts heeft beroepsgeheim en de werkgever hoeft dan ook niet te weten welke werknemers er op preventief spreekuur zijn geweest. Als de werknemer toestemming geeft om het te delen met de werkgever mag dat natuurlijk wel.
De bedrijfsarts hoeft niet te wachten totdat een werknemer bij hem aanklopt voor preventief advies. Hij kan ook ongevraagd advies geven aan de werkgever. Ziet hij veel werknemers van een organisatie met klachten aan bijvoorbeeld het houdings- en bewegingsapparaat? Hij kan de werkgever adviseren om eens een ergonoom langs te laten komen. Ook kan een bedrijfsarts een werkgever helpen om ervoor te zorgen dat de werknemers duurzaam inzetbaar zijn en blijven.
Beroepsziekten
Een gemiddelde bedrijfsarts ziet nogal wat werknemers op een dag. De een kan niet werken omdat hij zijn been op drie plaatsen heeft gebroken tijdens een skivakantie en de ander ging door zijn rug toen hij in zijn moestuin aan het werk was. In die situaties is het duidelijk hoe de klachten zijn ontstaan. Maar wat als de werknemer zijn klachten heeft opgelopen door zijn werk? Dan is er mogelijke sprake van een beroepsziekte. Als de bedrijfsarts dit vermoedt, moet hij verplicht een melding doen bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB). In 2018 ontving het NCvB 3.854 meldingen. Van de meldingen ging 58,4% over psychische aandoeningen en gedragsstoornissen. Daarna volgde ziekte van botspierstelsel en bindweefsel (26,4%). De top drie wordt afgesloten door ziekten van oor en processus mastoideus (7,2%). Meer over beroepsziekten leest u in het rapport Kerncijfers Beroepsziekten 2019 (pdf).
Taken bedrijfsarts veelzijdig
Een bedrijfsarts doet dus veel meer dan je in eerste instantie misschien denkt. Hij is er om te voorkomen dat werknemers ziek worden en als het dan toch zo ver mocht komen, dan doet hij zijn uiterste best voor werknemer én werkgever om ervoor te zorgen dat een werknemer zo snel mogelijk weer boven Jan is.
Over Visma Verzuim
Visma Verzuim wil werknemers veilig, gezond en duurzaam inzetbaar houden. Dat doen wij door samen met onze klanten de meest flexibele, complete en gebruiksvriendelijke software te ontwikkelen voor verzuimbegeleiding en het inzetbaar houden van werknemers. Daarbij geloven wij in de kracht van eenvoud, connectiviteit en data.