Met een periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO) kun je de gezondheid van werknemers bevorderen en beroepsziektes voorkomen. Op basis van de Arbowet ben je zelfs verplicht om een PAGO aan te bieden aan werknemers. Let wel, een PAGO is anders dan het preventief medisch onderzoek (PMO), dat nog wel eens terugkomt in de RI&E. Toch worden het PAGO en PMO regelmatig met elkaar verward. Er zijn vier belangrijke verschillen.
1. Verplicht aanbieden
Het aanbieden van het PAGO is verplicht en dat geldt niet voor een PMO. Het PAGO is een onderzoek van een bedrijfsarts dat erop gericht is om gezondheidsrisico’s van het werk zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Het PMO is een aanvullend onderzoek en bestaat uit het verplichte PAGO en het niet-verplichte leefstijlonderzoek. Soms bieden werkgever een PMO aan dat echter alleen bestaat uit een leefstijlonderzoek, dus zonder het verplichte arbeidsgezondheidskundig onderzoek.
Moet de werknemer het PAGO ondergaan?
Het PAGO komt voort uit artikel 18 van de Arbowet. Daar staat dat je werknemers periodiek de kans moet geven om een onderzoek te ondergaan. Hoewel je een PAGO moet aanbieden, is de werknemer niet verplicht het onderzoek te ondergaan. Doet de werknemer er vrijwillig aan mee, dan mag dat ook geen gevolgen hebben voor zijn rechtspositie. Je mag hem dus niet ontslaan op basis van de resultaten.
De wet of cao bepaalt
Toch kan een PAGO wel verplicht zijn voor de werknemer, bijvoorbeeld als je dat bij de indiensttreding hebt afgesproken vanwege de aard van het werk, er afspraken over zijn gemaakt in de cao of omdat de wet het voorschrijft.
Op basis van de verkeerswetgeving bijvoorbeeld ben je als werkgever verplicht om regelmatig het gezichtsvermogen van beroepschauffeurs te laten onderzoeken. Bij zulke verplichte keuringen kan de uitslag wel gevolgen hebben voor de rechtspositie van de werknemer. Hij kan dan, met andere woorden, worden ontslagen vanwege een bepaald resultaat.
2. Inhoud onderzoek
Een ander belangrijk verschil is dat het PAGO alleen gericht is op werkgerelateerde risico’s. Voor het PMO wordt ook gekeken naar de algehele lichamelijke en geestelijke gezondheid en de leefgewoonten van de werknemer. Deze zaken zijn erg belangrijk voor het goed kunnen functioneren in het werk. Bij het PAGO is hiervoor geen aandacht.
3. Gevolgen van het onderzoek
Bij het PAGO draait het puur om het onderzoek, terwijl bij het PMO ook interventies van de bedrijfsarts of de werkgever mogelijk zijn. Nog even ter verduidelijking: een PAGO is een regelmatig medisch onderzoek voor werknemers, ‘gericht op de risico’s die het werk voor werknemers met zich brengt’, zegt de Arbowet. Het past dus bij je preventiebeleid.
Wel of geen advies geven
Stel dat een werknemer overgewicht heeft, dan mag een bedrijfsarts dat eigenlijk alléén bespreken als dat nodig is voor de functie. In zo’n geval is een ander onderzoek nodig: het PMO, dat breder is. In dat geval kan de bedrijfsarts de werknemer stimuleren om gezonder te leven. Wat dat betreft, kun je het PMO eigenlijk zien als een verbeterde versie van PAGO. De afgelopen jaren zijn er dan ook veel werkgevers geweest die het PAGO hebben vervangen door het PMO.
4. Rol van de werknemers
De ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT) heeft instemmingsrecht over de frequentie van aanbieden van het PAGO. Het is belangrijk dat je werknemers informeert over dit preventiemiddel en dat kun je het beste samen doen met de OR. Op die manier vergroot je meteen het draagvlak voor het ondergaan van een PAGO. Dit geldt ook over het PMO.
Het verschil met het PAGO is echter dat je bij het PMO samen met de werknemers (via de OR of PVT) actief betrokken bent bij de voorbereiding en uitvoering ervan. Daar is bij het PAGO geen sprake van, omdat de bedrijfsarts verantwoordelijk is voor de uitvoering van het onderzoek.
Over Visma Verzuim
Visma Verzuim wil werknemers veilig, gezond en duurzaam inzetbaar houden. Dat doen wij door samen met onze klanten de meest flexibele, complete en gebruiksvriendelijke software te ontwikkelen voor verzuimbegeleiding en het inzetbaar houden van werknemers. Daarbij geloven wij in de kracht van eenvoud, connectiviteit en data.